Een bijzondere tijd... (10)
![]() Wat doet deze tijd eigenlijk met mij? Ja, als eerste schieten mij de vervelende dingen te binnen. Je mag van alles en nog wat niet. En juist op het moment dat je na de winter weer wat meer naar buiten zou kunnen mag dat nu amper. Nou ja, naar buiten mag je wel, maar niet zo als je zelf wilt. De winter is ook al zo’n periode, dat je meer naar binnen gekeerd bent, al voelen wij daar als moderne mensen steeds minder van. Anders dan bij een boer in vroegere tijden, die in de winter echt wel minder te doen had en bij wie de dagen ook veel korter waren dan in de zomer. Maar nu alles buiten weer begint zou je toch weer onder de mensen willen. Het is daarom ook niet gek, dat er zo veel verzet tegen de regels is. En dat geldt het meest bij de jongeren. Lichaam en geest vragen letterlijk om ruimte, om zich uit te leven, om van alles uit te proberen. En nu gaat die winterperiode alsmaar door, terwijl we van buiten alle signalen van licht en warmte ontvangen. Juist deze tegenstrijdigheid maakt het zo moeilijk om vol te houden. We moeten iets doen, waar alles in ons zegt dat het niet klopt – behalve het verstand. Alleen ons verstand zegt, dat wij ons aan de regels moeten houden. Ik herken hier iets in van wat ik ook uit mijn geloof ken. Dat er aan de buitenkant alles op wijst dat er iets niet goed is. Het volk in ballingschap bijvoorbeeld. Een regering die de mensen onderdrukt, een geestelijke leider die gekruisigd wordt… Maar iets wat je niet kunt zien gaat daar tegen in. Zegt, dat er wel reden is om te hopen, om te vertrouwen. Die twee wil ik met elkaar verbinden. Dat maakt mijn mens-zijn uit. Denken met mijn verstand, voelen wat er gaande is en daarbinnen vol vertrouwen handelen. Detlef Bohlken | ||
terug | ||